Dr. van Lohuizen

Dr. Cato van Lohuizen heeft CMTC voor het eerst beschreven
Cato van Lohuizen

Het levensverhaal op basis van gegevens van haar neven.

Cato van Lohuizen (1893-1937) was de eerste vrouwelijke kinderarts in Nederland. Zij heeft als eerste een wetenschappelijke beschrijving van CMTC gemaakt. Cato is waarschijnlijk geboren in 1893 en op jonge leeftijd (± 44 j) in 1937 gestorven aan roodvonk. Haar ideaal was het geven van hulp aan kinderen, al haar wetenschappelijk werk was dus praktisch gericht. Voor zo ver bekend had zij geen doctorsgraad en heeft zij vermoedelijk een studie gevolgd aan de Universiteit van Amsterdam. Zij was ongehuwd en woonde samen met haar ouders aan de Sumatralaan in Hilversum. Haar kinderartspraktijk was gevestigd aan het Ministerspark. Zij speelde viool en was de enige in de familie die een auto had.

De pop die Cato in haar armen heeft hebben wij op 10 november 2016 mogen ontvangen. In de praktijk van Cato werkte ‘tante Truus’ (overleden in 1961) en zij werd in de loop van de tijd ook vriendin met Cato. Toen de originele kleding was vergaan, heeft tante Truus een matrozenpakje met broek en een rokje gebreid. Met deze kleding zat de pop op een stoeltje in de wachtkamer die Cato en tante Truus hebben ingericht. Zij is de tante van Dicky die ons de pop heeft overhandigd en in haar bezit was sinds ongeveer 1950.

Theo van Lohuizen

De broer van Cato, Theo van Lohuizen(1890-1956)(de vader van de vertellers van deze biografie) ontwikkelde zich tot pionier op het gebied van stedebouwkundig onderzoek, verwant aan de latere planologie. Over hem verscheen in 1990 postuum “het levenswerk van Th. K. van Lohuizen 1890- 1956″ door Arnold van der Valk.” Zijn oratie aan de tegenwoordige Technische Universiteit Delft wordt nog steeds geciteerd: “De eenheid van het stedebouwkundige werk” (Delftse Universitaire Pers). Theo kreeg drie kinderen: Subhan (1928), Wali (1932) en Hakiem (1935). De CMTC-vereniging kwam in contact met Wali en hij heeft veel informatie gedeeld over Cato.

Moeder

De moeder van Cato heette Kaatje Kievit en was een boerendochter afkomstig uit een gezin van kolonisten in de Eierlandse polder op Texel. Haar moeder is in 1930 gestorven en Cato heeft haar zeer liefdevol verzorgd.

Vader

De vader van Cato heette Arnold van Lohuizen. Hij leerde zijn vrouw kennen doordat hij als Ontvanger van Registratie en Domeinen in Den Burg werkte. Het gezin heeft door zijn loopbaan nog in Middelburg, Culemborg, Apeldoorn, Zwolle en Amsterdam (laatste positie) gewoond.
Arnold van Lohuizen was de jongste van vijf broers en een zus en viel onder zijn broers uit de toon door zijn ambtenaarschap.

Grootvader

Cato’s grootvader, Teunis van Lohuizen (30 juni 1820 – 21 december 1903) was een dominante persoonlijkheid. Hij kocht in de 19e eeuw een watermolen in Vaassen op de Veluwe. Zo werd hij papierfabrikant en ook de stichter van een metaalfabriek, later producent van staniol (tinfolie); enkele decennia geleden overgenomen door de toenmalige Hoogovens, Velsen. De oorspronkelijke naam was De Industrie v.h. van Lohuizen en Co.
Van hem is een vrij groot aantal dagboeken bewaard; verder schreef hij graag. Op latere leeftijd werd hij landschapsschilder. Van hem en zijn vrouw Johanna Hendrika van der Vaart (15 november 1819- 1 mei 1896) zijn ook veel foto’s bewaard, evenals van het gezin waarin Cato opgroeide.

Dr. van Lohuizen
catovanlohuizen1912-kleinpop-cato-na-restauratiecato-van-lohuizen-vlissingen-1905

Dr. van Lohuizen

Volg ons op

Nieuwsbrief