Leden conferentie NL 2022
Leden conferentie NL 2022
Verslag leden conferentie NL 2022
Rond 70 personen namen deel aan onze conferentie (een beperkt aantal nam ‘online’ deel via ‘online streaming’). Deelnemers kwamen uit België, Canada, Duitsland, Engeland, Georgië, Nederland, Oostenrijk en Zweden.
Tijdens onze conferentie hebben wij ook ons 25-jarig jubileum gevierd.
Wij ontvingen onder meer de felicitaties via een videoboodschap van Prof. Dr. Jan Peter Balkenende (Former Prime Minister, External Senior Advisor to EY, Professor Erasmus University, Ass. Partner Hague Corporate Affairs.), Dr. Yann le Camm (CEO Eurordis) en Pamela Gavin (Executive Vice President NORD – USA).
Financiën en andere besproken items
Als voorzitter van de CMTC-OVM organisatie opende Lex de conferentie. De notulen van de vorige ledenconferentie worden goedgekeurd. Vervolgens werden de financiële gegevens en de positieve bevindingen van de Kascommissie gepresenteerd, waarna de aanwezigen het bestuur penningmeester décharge gaven voor het boekjaar 2020.
De minimale ledencontributie voor het jaar 2021 is hetzelfde als in 2020 en wel 35 euro.
Het budget voor het jaar 2022 werd gepresenteerd waarbij opgemerkt dient te worden dat wij hiervoor een subsidie-aanvraag hebben ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) welke nog in behandeling is..
De volgende punten werden besproken:
- De Klachtencommissie heeft geen klachten ontvangen.
- De CMTC-OVM organisatie: wij willen graag het bestuur uitbreiden met twee nieuwe functies namelijk: ‘jongeren vertegenwoordiger’ en ‘patient advocate coördinator’. Hiervoor zijn wij nog op zoek naar kandidaten.
- Overzicht van de uitgevoerde hoofdactiviteiten in 2020. Een indrukwekkende lijst!
- Geplande activiteiten voor 2023 waarbij wij ervan uitgaan dat de pandemie aanzienlijk afneemt zodat (internationale) bijeenkomsten weer georganiseerd kunnen worden.
- Budget 2023.
- Onze geplande, in uitvoering en afgeronde projecten. Belangrijk is ons wereldwijde Patient Advocates project: Patient Advocates uit de gehele wereld komen op onze kosten naar Nederland voor training en het bijwonen van onze wereldwijde conferentie eind oktober 2022.
- Persoonlijke verhalen. Deze worden veel gelezen. Het zou mooi zijn als meer mensen hun persoonlijke verhaal willen delen.
Lezing door Dr. Alyson Norman (Engeland)
Leven met een zichtbaar afwijkend uiterlijk
Dr Alyson Norman ging in haar lezing in op het psychosociale impact van uiterlijk-gerelateerd leed. Tevens introduceerde ze FaceIT@home een online webtool voor volwassenen om te leren om te gaan met een zichtbaar afwijkend uiterlijk.
FaceIT@home bestaat uit een web-based interface met 7 hoofdsessies en een follow-up sessie voor gebruikers 12 weken na de hoofdcursus.
Heel veel mensen ondervinden problemen door hun uiterlijk (ongeveer 30% van de mensen met een zichtbaar verschil) en daarom is er behoefte aan ondersteuning op dit gebied. Er zijn echter veel belemmeringen voor deze mensen, zoals geografische belemmeringen, handicaps en stigmatisering. De webtool pakt deze belemmeringen aan door mensen in staat te stellen de tool thuis te gebruiken zonder dat zij daarbij ondersteuning van een gezondheidswerker nodig hebben. De tool is echter ook flexibel genoeg om te worden gebruikt naast standaard psychologische therapie. Ook kan het worden gebruikt door mensen die wachten op andere diensten of als een ‘aanvulling’ na afloop van de therapie. In de presentatie besprak Norman hoe FaceIT op veel verschillende interventieniveaus kan worden gebruikt, van een basisinformatiemiddel tot een op zichzelf staande psychologische therapie of gefaciliteerd door een therapeut of gezondheidswerker.
Als iemand geïnteresseerd is in het gebruik van het instrument, kan hij of zij contact opnemen met Norman via e-mail: alyson.norman@plymouth.ac.uk. Ze ontwikkelen ook een ervaringsgroep om toekomstige veranderingen in het instrument te helpen aanbrengen en ze verwelkomen personen met een zichtbaar verschil of familieleden om contact op te nemen als ze deel willen uitmaken van deze groep. Er is ook een jongerenversie beschikbaar die gericht is op personen van 12-17 jaar.
Lezing door Dr. Kakha Bregvadze (Georgië)
Vergroting bewustzijn over zeldzame ziekten in Georgië
Dr Kakha Bregvadze vertelde over wat hij en zijn collega’s doen om het bewustzijn over zeldzame ziekten in zijn land te vergroten en diagnose- en behandelopties mogelijk te maken en te verbeteren.
Wereldwijd heeft 3,5% tot 5,9% van de bevolking een zeldzame aandoening. Dit betekent dat tussen 263 miljoen en 446 miljoen mensen in de wereld ermee leven. Ongeveer 80% van de zeldzame aandoeningen is van genetische oorsprong. Ondanks het feit dat zeldzame aandoeningen veel voorkomen, is het traject van de patiënt vaak erg lastig.
Georgië
Georgië is een klein land (1,6 x zo groot als Nederland) met 3,7 miljoen inwoners en de bekendheid van zeldzame aandoeningen bij patiënten, artsen en het grote publiek is nog gering. “Het doel van ons team was om het bewustzijn in ons land te vergroten en diagnose- en behandelopties mogelijk te maken/te verbeteren”, zegt Bregvadze.
“In 2018-2020 namen we deel aan de biomarker clinical trial met Centogene, een in Duitsland gevestigd biotechbedrijf. Voor de inschrijving in de trial kregen patiënten gratis genetische tests aangeboden. Als gevolg daarvan ontvingen bijna 3000 personen in een periode van 4 jaar genetische tests en kregen veel patiënten uiteindelijk de diagnose. Interessant is dat WES (whole exome sequencing) een diagnostische opbrengst tot 60% had in een cohort van klinisch goed gekarakteriseerde patiënten met neurologische ontwikkelingsstoornissen, waarvan de meerderheid werd veroorzaakt door nieuwe de novo-mutaties.”
Samenwerking
Het team van Bregvadze werkte samen met Face2Gene (https://www.face2gene.com/) om verschillende workshops te organiseren over de toepassing van kunstmatige intelligentie bij de diagnose van zeldzame aandoeningen voor professionals in de gezondheidszorg en studenten geneeskunde. Ook hebben ze een nauwe samenwerking opgezet met McGill University (Montreal, Canada) over de aandoeningen van de peroxisomale biogenese. Verdere samenwerkingen betreffen de universiteit van Bonn (Duitsland) over de toepassing van kunstmatige intelligentie in de klinische praktijk, de universiteit van Helse Bergen (Noorwegen) over zeldzame ziekten, en met het King Faisal Specialist Hospital (Riyadh, Saudi-Arabië), over zeldzame en ongediagnosticeerde aandoeningen voor de identificatie van nieuwe ziekteveroorzakende genen, alsmede met European Joint Programme on Rare Diseases (EJPRD), Undiagnosed Diseases Network International (UDNI) en the European Society of Human Genetics ESHG.
Activiteiten voor vergroten bekendheid zeldzame aandoeningen
Bregvadze: “We zijn de rubriek ‘Zeldzame aandoeningen’ begonnen in een van de grootste Georgische medische sociale media-groepen ‘MedCity’, waar wekelijks informatie over een specifieke zeldzame aandoening in de Georgische taal wordt geüpload. We bezochten meerdere tv/radioprogramma’s en werkten nauw samen met belangengroepen voor patiënten. Deze samenwerking resulteerde in het opzetten van overheidsprogramma’s voor zorg en behandeling van patiënten. Wij werkten samen met CMTC-OVM, Unique (Understanding Rare Chromosome and Gene Disorders, UK) en vele andere organisaties en vertaalden diverse gidsen voor patiënten/gezondheidswerkers in de Georgische taal. Er werd een Georgische Vereniging voor Medische Genetica en Epigenetica opgericht. Veel nieuwe patiëntenorganisaties werden opgericht. Dankzij deze activiteiten begon de bekendheid van zeldzame aandoeningen bij gezondheidswerkers en het grote publiek toe te nemen. Ons doel voor de toekomst is het bevorderen van de opleiding van gezondheidswerkers en studenten om zeldzame aandoeningen te herkennen, het ondersteunen van de vorming van belangengroepen voor patiënten, het onderhandelen met de overheid om patiënten met zeldzame aandoeningen te ondersteunen en het vergemakkelijken van de verbetering en uitbreiding van het nationale NBS-programma.”
Lezing door Prof. Dr. Miikka Vikkula
De genetische oorzaak van vasculaire malformaties (update 2022)
In zijn lezing vertelde prof. Vikkula over de nieuwste kennis en bevindingen op het gebied van de genetische oorzaken van vasculaire malformaties.
Dertig jaar geleden was er totaal nog geen kennis over de oorzaak van het ontstaan van vasculaire malformaties (VMs). Totdat wetenschappers op een gegeven moment de VMs ging onderzoeken die in bepaalde families voorkwamen. De gedachte was dat als het in bepaalde families voorkomt dan moet er een genetische oorzaak zijn.
Dit onderzoek heeft ertoe geleid dat sinds 1994 er 13 verschillende typen VMs gevonden zijn die overerfbaar zijn. De genen waarin de mutaties voorkomen die de oorzaak zijn van deze malformaties, zijn geïdentificeerd.
De meeste mutaties die in deze genen optreden zijn verlies-van-functie mutaties dat wil zeggen dat het product van het gen, het eiwit, niet of minder goed werkt. De mutatie in het TIE2-gen is een uitzondering: deze levert een ‘gain-of-function’ oftewel een functiewinst op, het eiwit werkt te goed.
‘Tweede hit mutatie’
Dan was er nog de vraag waarom de laesies alleen op bepaalde plekken in het lichaam voorkomen. Dat werd opgelost door de ontdekking (2002) van een tweede mutatie. Normale cellen hebben van elk gen twee kopieën, een van de vader en een van de moeder. Bij de erfelijke variant van de VM heeft een van de twee kopieën al een mutatie bij de geboorte. Later in het leven treedt dan nog een tweede mutatie op in de andere kopie van het gen. Als beide kopieën van een gen de ziekmakende mutatie hebben leidt dit tot de ziekte. In het weefsel waar de tweede mutatie optreedt, treden ook de klinische verschijnselen op. Meerdere tweede hit mutaties zijn nu ontdekt voor de meeste eerdere erfelijke mutaties.
In sporadische vasculaire malformaties (niet-erfelijke vorm) is vervolgens ook gezocht naar somatische mutaties die verantwoordelijk zouden kunnen voor de malformatie. Sinds 2009 zijn vele somatische mutaties gevonden die geassocieerd zijn met bepaalde VMs. Zoals bijvoorbeeld PROTEUS geassocieerd is met een somatische activerende mutatie in het AKT1-gen.
Laatste bevindingen
SWS
Het Sturge Weber Syndrome (SWS) is vaak geassocieerd met een mutatie in het GNAQ gen.
Recentelijk zijn er drie SWS-patiënten onderzocht die een GNA11 mutatie hebben. Ze hebben iets andere kenmerken dan de meeste GNAQ-SWS patiënten.
Radiologen hebben specifieke MRI nodig om het deze vorm van SWS te kunnen detecteren.
CMTC
Alhoewel een mutatie in het GNA11-gen in sommige gevallen geassocieerd is met CMTC is dat niet in alle patiënten zo. Men weet niet of dit nu ligt aan het feit dat de mutatie technisch moeilijk aan te tonen is omdat het heel weinig aanwezig is of dat het toch gaat om een mutatie in een ander gen.
Proefdieren
Proefdieren (pre-klinische modellen) zijn onmisbaar om onderzoek te doen aan VMs. Als je in muizen dezelfde mutaties introduceert zoals bij VM-patiënten zijn gevonden ontwikkelen ze dezelfde laesies als de patiënten. Dan kun je geneesmiddelen (inhibitoren) testen op muizen om te kijken of de laesies verminderen. Zo is rapamycine getest in een muismodel met een TIE-mutatie; de groei van laesies stopten.
Ook kun je onderzoeken in welke organen er nog meer laesies optreden. In een KRAS-model waren er naast de hersenen ook laesies in de darm, lever en longen. Met trametinib verminderden de laesies in dit model.
AVMs
Thalidomide blijkt erg effectief bij patiënten met ernstige arterioveneuze malformaties.
In toemende mate kunnen medicijnen dus een gunstig effect hebben op het verloop van VMs.
Lezing door Prof. Dr. Laurence Boon
Vasculaire malformaties: hoe staan we ervoor?
Vasculaire malformaties/anomalieën kunnen overal in het lichaam voorkomen en in verschillend weefsel. Vandaar dat patiënten met vasculaire malformaties (VMs) het beste besproken kunnen worden in een multidisciplinair team voor de juiste diagnose en behandeling zoals ook gebeurt in het ziekenhuis waar professor Laurence Boon aan verbonden is (het Saint-Luc University Hospital in Brussel).
Boon ging in haar lezing in op de verschillende typen malformaties (capillaire, lymfatische, veneuze en arterioveneuze malformaties) en besprak de tot nu toe gebruikte behandelvormen zoals chirurgie, laser, sclerotherapie en medicatie. Hieronder een kort overzicht van de medicatie.
Sirolimus
In een fase IIa clinical trial behandelde het team van Boon patiënten met slow flow malformaties (VMs) (PIK3CA of een TIE2-mutatie) met sirolimus. De coagulatie ging omlaag, de pijn werd minder en de kwaliteit van leven werd veel beter. Daarna werd een fase IIb prospective clinical trial (meer patiënten dan in IIa, n=19) uitgevoerd, waarin de werkzaamheid van sirolimus werd bevestigd. Nu is men (hieraan doen verschillende onderzoeksgroepen mee) bezig met een fase 3 clinical trial (250 patiënten) om de vele resterende vragen beantwoord te krijgen. Het is vooral belangrijk om uit te zoeken welke behandeling het beste is voor welk type malformatie.
Uit het onderzoek is nu bekend dat sirolimus de pijn kan onderdrukken. Ook stopt het bloedingen en het stopt/vermindert het lekken uit een wond. Functionele beperkingen kunnen verbeteren zoals bijvoorbeeld het zicht of de stem als de malformatie zich daar bevindt. Het kan ook de grootte van een VM of LM reduceren.
Sirolimus heeft ook bijwerkingen waaronder asthenia (zwakte), mucositis (ontsteking mond-maag-darm slijmvlies), diarree maar deze zijn vaak goed te behandelen. Zo’n 15% had ernstige bijwerkingen.
Conclusie: sirolimus is effectief voor het verlichten van symptomen en handig vóór dat er aan interventies begonnen wordt zoals chirurgie. Het is de gouden standaard geworden voor medische behandeling van slow flow VMs. Het is echter nog niet goedgekeurd door de FDA/EMA.
Alpelisib
Alpelisib (PIK3CA inhibitor) is in de VS goedgekeurd voor de behandeling van PROS (PIK3CA-related overgrowth syndrome). Hiermee zijn goede resultaten (reductie van grootte) verkregen bij agressieve vormen van PROS. Ook reductie van vetweefsel. Maar het is wel een gecompliceerdere behandeling (diabetes type 2 kan optreden na behandeling met alpelisib) en de lange termijn effecten zijn niet bekend.
Miransertib
PROTEUS behandeling met miransertib (AKT1-inhibitor).
Thalidomide en trametinib bij AVM
Sirolimus werkt niet goed bij arterioveneuze malformaties (AVM). Thalidomide werkt wel goed bij AVMs. Vooral de pijn verminderde enorm en bloedingen stopten. Trametinib werkt ook goed maar wel vervelende bijwerkingen zoals zware acne.
Lezing door Prof. Dr. Chantal van der Horst
Pijn en uiterlijk bij patiënten met vaatafwijkingen
“De symptomen en het uiterlijk van vasculaire malformaties kunnen de levenskwaliteit (Quality of Life(QoL)) van een patiënt ernstig schaden”, aldus professor Van der Horst in haar lezing. “Het verbeteren van de aandoeningsspecifieke symptomen en/of het uiterlijk is dan ook een belangrijk doel van de behandeling van vasculaire malformaties. Het meten van de effecten van behandeling in klinische studies vanuit het perspectief van de patiënt is daarom ook van groot belang.”
OVAMA-vragenlijst
De problemen die het belangrijkst zijn voor patiënten met vasculaire malformaties kunnen worden geëvalueerd vanuit het perspectief van de patiënt met behulp van de OVAMA-vragenlijst (https://ovama.org/ovama-questionnaire/), die is ontwikkeld met medewerking van patiënten en professionals over de hele wereld (waaronder de ISSVA). Behandelingen kunnen worden geëvalueerd en vergeleken op effecten op een aantal zogenaamde ‘core outcome domains’ (zie figuur). De vele toepassingen van de OVAMA-vragenlijst kunnen het onderzoek en uiteindelijk de zorg voor patiënten met vasculaire malformaties aanzienlijk verbeteren.
Van der Horst: “Wij vroegen de in ons centrum behandelde patiënten de OVAMA-vragenlijsten(Q) in te vullen en ook de Q over kwaliteit van leven. Het invullen van deze ‘Q’ is een hele opgave voor patiënten en ouders van patiënten, ook al hebben wij geprobeerd het invullen zo gemakkelijk mogelijk te maken. Tot nu toe is dit de enige en zeer belangrijke manier om te beschikken over adequate informatie over hoe patiënten het ervaren om een vasculaire malformatie te hebben.”
Twee studies
“Wij hebben twee studies uitgevoerd:
1) Uiterlijk gerelateerde zorgen en hun impact op gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij patiënten met perifere vasculaire malformaties (VMs).
Conclusie: ernstige uiterlijk gerelateerde zorgen waren aanwezig bij 2/3 van de patiënten met VMs, waardoor hun mentale HR-QoL werd aangetast. Clinici moeten uiterlijk-gerelateerde aspecten erkennen, het psychologisch welzijn monitoren en interventies aanbieden die gericht zijn op het verbeteren van de tevredenheid met het uiterlijk.
2) Klinische kenmerken geassocieerd met pijn bij patiënten met perifere vasculaire malformaties.
Conclusie: pijn is een frequent gerapporteerde klacht bij patiënten met VM’s en is aanwezig bij ongeveer de helft van de patiënten. Patiënten met laesies in de armen of benen, laesies in spieren of botten, en vrouwelijke patiënten ervaren vaker pijn. De aanwezigheid van pijn heeft een negatieve invloed op de QoL van patiënten en onze studie toont aan dat pijn een ernstig probleem is en actief moet worden beoordeeld. Pijn kan door verschillende oorzaken ontstaan en moet worden onderzocht om dit goed te kunnen behandelen.”
Prof dr Chantal van der Horst Plastisch chirurg; medewerker Centrum voor Vasculaire Anomalieën Amsterdam UMC, hoofd: Dr. N. van Hout.
Auteurslijst: Merel L.E. Stor, M.D.a, Max M. Lokhorst, M.D., Ph.D.a , Sophie E.R. Horbach, M.D., Ph.D.a, Danny A. Young-Afat, M.D., Ph.D.a, Phyllis I. Spuls, M.D., Ph.D.b,c, Chantal M.A.M. van der Horst, M.D., Ph.D.
Workshop door Johannes Verheijden (Nederland)
Een betrokken groep deelnemers, met diverse achtergronden en ervaringen bogen zich over de vraag wat luisteren behelst en hoe luisteren een grote invloed heeft op het voeren van een gesprek, waarin alle partijen gelijkwaardig zijn. Door te redeneren, reageren en acteren vanuit drie uitgangsposities: ‘ik’, ‘de ander’ en ‘het’ kan elk gesprek teruggebracht worden naar het vinden van een gemeenschappelijk doel. Het vinden van een gemeenschappelijk doel is essentieel voor elk gesprek. Als beide partijen niet op een lijn liggen, maak dan gebruik van ik-boodschappen, waarbij en waardoor je de ander uitnodigt om zijn/haar attitude, woordgebruik en intentie aan te passen aan wat de situatie nodig heeft.
Bijzonder mooi om te zien dat deelnemers enorm betrokken zijn en de veiligheid voelen en de openheid durven tonen om hun ervaringen te delen. Niettemin zou het aan te raden zijn om de workshop twee keer te geven: eenmaal in het Nederlands (het merendeel van de deelnemers was Nederlands) en eenmaal in het Engels, zodat alle partijen optimaal kunnen deelnemen en taal geen barrière vormt om actief te participeren.
Lezing door Dr. Margaret Lee (USA)
Omgaan met de gezondheid van je kind
Dit was een workshop voor groepscoaching met ondersteuning door collega’s, wat een gebruikelijke aanpak is voor mijn non-profitorganisatie, ‘Comfortable In Our Skin’. Er waren ouders uit verschillende landen en een 11-jarige die niet alleen vragen had, maar ook veel wijsheid te delen had over zelfverzekerd zijn ondanks vasculaire moedervlekken. Wat is “normaal?” Waarom worden kinderen gepest? Wat zijn manieren om te verschijnen versus je zelfverzekerdheid of zelfacceptatie te voelen? Hoe kunnen ouders en leerkrachten acceptatie van verschillen aanmoedigen en een moedervlek normaliseren?
Lezing door Dr. Marije van Dalen (Nederland)
Een zichtbare aandoening (bijv. een schisis, wijnvlek of eczeem) in het gezicht of op het lichaam komt voor bij 1 op de 44 mensen. Naar schatting ervaart een derde van deze groep negatieve psychologische gevolgen.
In deze presentatie wordt onderzoek beschreven over Face IT voor jongeren, een online eHealth programma voor jongeren (12-18 jaar) met een zichtbare aandoening, het psychologisch welzijn bevordert. Face IT voor jongeren bestaat uit acht sessies van een half uur. In deze sessies leren jongeren omgaan met lastige sociale situaties en leren ze moeilijke gedachten ombuigen naar meer positieve gedachten. Ze leren technieken door middel van sociale vaardigheidstraining en cognitieve geragstherapie. Het programma kan thuis gevolgd worden.
Jongeren die Face IT voor jongeren hebben gevolgd waarderen het programma en zouden het allen aanraden aan andere jongeren met een zichtbare aandoening en uiterlijk gerelateerde stress. Uit een internationaal onderzoek samen met Noorwegen blijkt dat jongeren die Face IT voor jongeren hebben gevolgd minder sociale angst rapporteren dan jongeren die het programma niet hebben gevolgd.
Daarnaast werd het psychologisch welbevinden van kinderen en jongeren met een zichtbare aandoening en hun ouders onderzocht. Kinderen met een zichtbare aandoening jonger dan 12 jaar vertonen minder gedrags- en emotionele problemen dan hun leeftijdsgenoten zonder zichtbare aandoening. Jongeren van 12 tot 18 jaar met een zichtbare aandoening ervaren echter meer angstklachten dan leeftijdsgenoten.
Onderzoek naar ouders van kinderen jonger dan 12 jaar met een zichtbare aandoening toont aan dat zij minder stress en een beter psychologisch welbevinden rapporteren dan andere ouders.
Workshop Nienke Oosting & Eva Vroonland (Nederland)
CMTC-OVM had PGOsupport gevraagd om gedurende de conferentie informatie op te halen bij de bezoekers.
Deze informatie bevat de wensen en behoeften die de bezoekers hebben ten aanzien van de organisatie. Dit wil het bestuur graag weten, om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van welke activiteiten het beste aansluiten bij de behoeften van de achterban. Dit om echt het verschil te kunnen maken, en jou zo goed mogelijk te ondersteunen.
Rondom de diverse workshops van de dag zijn Eva Vroonland en Nienke Oosting in gesprek gegaan met de bezoekers, dit aan de hand van de volgende drie vragen:
- Wat van het aanbod van CMTC-OVM vind je belangrijk?
- Stel je mag mee bepalen welke activiteiten en/of beleid op de agenda komen te staan. Welke activiteiten en/of beleid zou jij hoog op de agenda plaatsen?
- Aan welke onderdelen vanuit CMTC-OVM wordt nu teveel aandacht gegeven? Oftewel wat mag minder prioriteit krijgen?
Daarnaast hebben Eva en Nienke in een workshop van 3 kwartier deze vragen besproken met de deelnemers aan de workshop. Drie bestuursleden van CMTC-OVM hebben met verschillende groepjes een vraag besproken. Eva en Nienke hebben waren enthousiast over de openheid waarmee bezoekers met hen en de bestuursleden in gesprek in gingen. Er zijn nieuwe inzichten verzameld, waar het bestuur mee aan de slag gaat, samen met jullie.